Haan kraait in het dorp

maart geeft weer lente kriebels

daar kraait geen haan naar.

Vier kikkers zonnen

in de tuin aan het water

helemaal niet schuw.

Herfst regenachtig

verjaagd door sneeuw en ijs

ketting gevangen.

Speelgoed voor de Sint

op zijn schimmel - zwarte Piet

strooit pepernoten.

Ierse balladen

twee zangers op het toneel

spin aan het plafond.

Wonend op het erf

's avonds een groet aan de poes

op een ochtend ... dood.

Hoogbejaarde eik

aan een besneeuwde landweg

heden wandelpad ;

Zag de evolutie van

landbouwers tot wandelaars.

"Look" onder de sneeuw

talrijk op het platteland

verlaten huisjes ;

Zouden nog dienst kunnen doen

voor trekkende daklozen.

Sneeuwstorm passeert

geen dorpeling loopt op straat

deurklink blijft op slot.

Doen alsof ze slaapt

Poeske op mijn schoot glurend

naar de koolmeesjes.

Middernacht voorbij

komt metamorfose uit?

weg meisjesdromen.

Zomerse april

een zee van koolzaadvelden

overvloedig geel.

Een zwoele avond

naast mij zingt een roodborstje

ver weg blaft een hond.

Wij liggen in bed

moeizaam gesluip van pootjes

hoog is het traphuis;

Maar met haar laatste krachten

zo staat ze voor ons op bed.